Meer nieuws

Vaccinatie van dieren tegen HPAI

04 Mar 2023

De Europese Commissie heeft binnen het kader van de Europese diergezondheidswetgeving (Animal Health Law) afgelopen week nieuwe regels aangekondigd om de vaccinatie van dieren tegen de meest ernstige dierziekten tussen de lidstaten te harmoniseren.

Deze aanpassing gebeurt als onderdeel van inspanningen om de grootste epidemie van vogelgriep tot nu toe in de Europese Unie aan te pakken.

Vogelgriep is een zeer besmettelijke virale ziekte die voornamelijk huishoudt onder pluimvee en wilde watervogels. Er bestaan twee stammen van het virus; hoog- of laag-pathogene virussen, bekend als HPAI en LPAI, respectievelijk.

Het afgelopen jaar is Europa getroffen door de ergste golf vogelgriep tot nu toe. De uitbraken en noodzakelijke maatregelen die ertegen genomen worden vormen een ernstige bedreiging voor de pluimveesector en onze duivensport. In het laatste kwartaalrapport van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) staan ​​een ongekend aantal uitbraken tussen oktober 2021 en september 2022 in 37 Europese landen, waarbij 50 miljoen gehouden pluimvee en vogels gedood werden in getroffen inrichtingen. Het virus hield het afgelopen jaar ook lelijk huis in de Verenigde Staten en is momenteel bezig aan een opmars in Zuid-Amerika en delen van Azië. Het virus wordt lang niet alleen meer aangetroffen bij vogels, maar evenzeer bij allerlei land- en zeezoogdieren.

De bestaande Europese regels worden daarom aangepast ter bestrijding van de ernstigste vorm van vogelgriep, HPAI. Waar dit voorheen verboden was, mogen lidstaten nu onder zeer strikte voorwaarden vaccins voor dieren (voor zowel door de mens gehouden als wilde land- en waterdieren, waaronder alle soorten vogels) gebruiken om HPAI te voorkomen en te bestrijden. De aangepaste wetgeving gaat in op 12 maart en is opgesteld overeenkomstig de internationale standaarden van de World Organisation for Animal Health (WOAH, het voormalige OIE).

Volgens een verklaring van de Europese Commissie moet dit ervoor zorgen dat er opnieuw veilige verplaatsingen kunnen gebeuren van dieren en producten uit inrichtingen en zones waar gevaccineerd werd.

Gezien de meest ernstige uitbraakgolf in de recente geschiedenis in de Europese Unie, stelt Stella Kyriakides, Europese Commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, dat “de strijd tegen vogelgriep bij de top van onze prioriteiten staat.” “Deze uitbraken veroorzaken enorme schade aan de landbouwsector en belemmeren de handel", merkte ze op in een verklaring.

AVEC, de sectorvertegenwoordiger van de Europese pluimvee-industrie, is blij met de overgang naar een gemeenschappelijk EU-kader voor vaccinatie. Volgens hen is het steeds moeilijker om de verspreiding van HPAI onder controle te houden zonder vaccinatie. Ze waarschuwen echter dat vaccinatie wellicht niet de enige oplossing zal zijn voor alle vogelgriepproblemen. Er zal ook na vaccinatie nood zijn aan adequate surveillance om uitbraken in pluimveebedrijven tegen te gaan.

Momenteel bestaat er nog geen goedgekeurd vaccin tegen vogelgriep dat ingezet kan worden bij pluimvee en gehouden vogels. Hiervoor zijn op dit moment onderzoeken en experimenten lopende in Frankrijk en Nederland. Met de nieuwe wetgeving stelt de Europese Commissie de lidstaten alvast in de mogelijkheid om in de toekomst in noodsituaties snel een vaccin te kunnen inzetten voor het indammen van ernstige uitbraken op hun grondgebied.

Vaccinatieprogramma en risico-evaluatie

In de toekomst zullen erkende vaccins tegen vogelgriep door de lidstaten enkel volgens een officieel vaccinatieprogramma kunnen worden ingezet. Alvorens te kunnen vaccineren zullen de lidstaten elkaar en de Europese Commissie op de hoogte moeten stellen.

Het gebruik van het vaccin zal bovendien altijd onder de supervisie van een officiële overheidsdierenarts staan die de verdeling en toediening van het vaccin zal controleren.

Gezien vaccinatie in sommige omstandigheden een geschikt middel kan zijn om een ziekte als vogelgriep te bestrijden of te elimineren, maar niet in andere, en dat het gebruik soms negatieve gevolgen kan hebben (bijvoorbeeld voor de handel), moeten de lidstaten een risico-evaluatie uitvoeren vooraleer ze de vaccinatie kunnen en mogen uitvoeren.

De risico-evaluatie die aan een vaccinatieprogramma tegen HPAI voorafgaat zal daarom ook een economische evaluatie inhouden, onder andere een kosten-batenanalyse en het in kaart brengen van de gevolgen voor de vrijheid van ziekte van de betrokken lidstaat en de handelsbeperkingen die door derde landen of gebieden als gevolg van vaccinatie kunnen worden opgelegd.

De Europese Commissie zal deze evaluatie telkens beoordelen.

Deze beperking voor het gebruik van vaccins tegen vogelgriep geldt overigens niet voor de vaccins tegen de ziekte van Newcastle (zgn. “pseudo-vogelpest”). Vaccineren tegen de ziekte van Newcastle is al verplicht voor verplaatsingen van vogels binnen de Europese Unie en bij de toegang tot de Unie vanuit derde landen. Dit gebruik is veilig en effectief gebleken om de ziekte van Newcastle te voorkomen en blijft zonder enige bijkomende beperking verder in voege.

De lidstaten zullen kunnen noodvaccinatie en preventieve vaccinatie tegen vogelgriep implementeren.

Noodvaccinatie bij uitbraken

Er zullen als onderdeel van de noodvaccinatie twee geografische zones, een vaccinatiezone en een peri-vaccinatiezone, gedurende een bepaalde periode worden ingesteld (vergelijkbaar met de bewakings- en beschermingszones die voor huidige uitbraken al worden geïmplementeerd) met versterkte klinische en laboratoriumsurveillance om de effectiviteit van de vaccinaties te evalueren en eventuele nieuwe uitbraken binnen de zones te detecteren.

Als de zones zich op het grondgebied van verschillende lidstaten bevinden, zullen de bevoegde autoriteiten samenwerken om ze op te zetten.

De bevoegde autoriteit kan de noodvaccinatie zowel in getroffen als in niet-getroffen inrichtingen implementeren. Normaal gesproken bevinden deze inrichtingen zich in de beperkingszones, maar ze kunnen ook buiten dergelijke zones worden geplaatst.

Er kunnen verschillende noodvaccinatiestrategieën worden toegepast naargelang de situatie. Vaccinatie die wordt toegepast in getroffen inrichtingen waar gevaccineerde dieren zullen worden gedood, wordt beschouwd als suppressieve-noodvaccinatie. Noodvaccinatie kan ook worden toegepast om de verspreiding van de ziekte in dierpopulaties die aan infectie zijn blootgesteld te voorkomen en die worden gehouden in inrichtingen waar de ziekte nog niet is vermoed of bevestigd. In dergelijke gevallen kunnen de dieren worden gedood of onder speciale omstandigheden alsnog in leven worden gehouden.

Noodvaccinatie kan ook worden gebruikt bij wilde dieren wanneer het risico op de verspreiding van de ziekte in gehouden of wilde dierpopulaties dit vereist.

Voor het verplaatsen van dieren binnen de vaccinatiezones zal opnieuw aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden en zal de verplaatsing moeten worden goedgekeurd door de bevoegde overheid. Iedere buitenlandse verplaatsing zal nog steeds vergezeld moeten gaan van een door de overheid uitgereikt officieel diergezondheidscertificaat.

Preventieve vaccinatie

Om de verspreiding van vogelgriep te voorkomen of om mogelijke verliezen en de noodzaak van toepassing van drastische ziektebestrijdingsmaatregelen te vermijden, kunnen de lidstaten ook onder strikte voorwaarden besluiten om preventieve vaccinatie in bepaalde inrichtingen toe te passen, zelfs wanneer de ziekte niet in een land of zone aanwezig is.

Impact op de duivensport en -handel

Het toelaten van vaccinaties tegen vogelgriep kan eventueel een oplossing bieden voor de vele problemen die er momenteel zijn voor het laten doorgaan van wedstrijden met sportduiven op het Europese continent en de internationale handel in sportduiven. Alleen hangt veel af van hoe de wetgeving in de toekomst in de praktijk geïmplementeerd zal worden, welke handelsafspraken de Europese lidstaten kunnen maken met derde landen voor de uitvoer van pluimvee en vogels, en tot slot in welke mate de vaccins een effectief bestrijdingsmiddel zullen blijken tegen de verspreiding van HPAI onder pluimvee en gehouden vogels.

Om voorgaande redenen is de veterinaire commissie van de FCI (Fédération Colombophiles International) momenteel in overleg met de Europese Commissie en de WOAH om de Europese wetgeving en internationale standaarden beter af te stemmen op de duivensport en -handel.

 

Bron: www.pipa.be