Meer nieuws

Frans Rutten, Horst, heeft een leuke, jonge vliegploeg klaar voor 2021!

08 May 2021

Frans Rutten groeide op in Melderslo, een dorpje in Noord Limburg en verkreeg zijn eerste postduiven rond zijn 8ste jaar. Hij had enkele ooms van moeders kant die ook postduiven hadden. Begin jaren 90 kwamen daar de duiven bij van Jan Jacobs uit Lomm. Ook een vedette uit Noord Limburg. Het waren voornamelijk de Tournier/Janssen en Kanon-lijn van Wout Smeulders. Van hem kreeg ik niet alleen goede duiven maar ook goede raad hoe om te gaan met de duiven. Later volgde er nog enkele duiven van Henri van Venrooy uit Deurne en Joop Groenen uit Ooij. 

Al vroeg en als jonge liefhebber werd er goed gepresteerd met deze duiven. Zo won hij in 1994 nationaal Orléans jonge duiven met de NL94-1863647. Het was de snelste duif van het hele convooi, zo’n 130.000 duiven. In 1995 had hij ook de beste Asdoffer van Nederland genaamd ‘Asdoffer 60’, NL93-1392560. Het was toen in die tijd wel makkelijker om te beginnen als jonge liefhebber met duiven. Er waren toen namelijk nog niet de professionele hokken die je nu hebt. Die vaak veelal gehele concoursen overheersen. 

In 1996 werd het totale vlieghok verkocht aan Jan van de Pasch uit Grubbenvorst daar hij ging verhuizen naar Horst. Hier zaten ook ‘Asdoffer 60’ bij en het ‘Orléans duivinnnetje’. Uit het ‘Orleans duivinnetje’ kweekte Jan van de Pasch ‘Maxima’ welke 2 jaren op rij de beste duivin van Nederland werd bij de competitie WHZB in 2001 en 2002. Uit ‘Asdoffer 60’ werd ‘Millenmium’ gekweekt 1stedoffer WHZB 1999.

In Horst werd opnieuw begonnen in 1997 met de nog aanwezige kweekduiven en de jonge duiven. Al snel werd de draad weer opgepakt.

In 2010 werd via goede kennis Jan Hofmans uit Meterik een tweetal doffers geleend voor de winterkweek. Hij had deze duiven gekregen via zijn  vriend Wim Gellings uit Castenray. Deze Wim Gellings had in die jaren ervoor voor een fortuin aan goede duiven gekocht bij Gerard Koopman. Door een ernstige ziekte is hij overleden waardoor Jan deze duiven in zijn bezit kreeg. Jan speelde zelf overnachting dus was niet zo onder de indruk van deze duiven. 

Met 1 doffer werd er gelijk succes geboekt met de jonge duiven en vroeg aan Jan in het najaar of ik deze niet kon kopen. Helaas wilde Jan deze doffer zelf houden maar ik kon wel die andere doffer kopen. Deze doffer had een excellente afstamming maar de duif zelf kon Frans niet zo charmeren. Puur op afstamming werd de duif toch gekocht en uiteindelijk bleek dit een schot in de roos en werd het de stamdoffer van het huidige hok. Hij kreeg de naam “de Willem”

‘De jonge duiven die ik uit hem kweekte waren als jong niet opvallend maar werden als jaarling/oud echte parels. Ook de nakweek is op de dag van vandaag erg goed.

Dus zoals ik aangaf is de basis van het kweekhok op dit moment de Koopman-duiven.’ vertelt Frans.

Mijn favoriete spel is de eendaagse fond en ik ben er van overtuigd bij echt duivenweer dat deze duiven net dat beetje extra kunnen geven. Zo won ik afgelopen jaar nog de 1ste Nationaal Issoudun. Deze doffer kwam ook weer uit de kleinzoon van ‘Kleine Dirk’ van Gerard Koopman. Mijn laatste aanwinst van afgelopen jaar is van Jannie van Denzen uit Tegelen. Deze nog jonge liefhebber is goed bevriend met Florian Hendriks uit Nijswiller. Hij heeft diverse kinderen uit de “Kleine Gerard” lijn waar ik een aantal jongen van heb aangeschaft. Toch ook weer de Koopmanduiven dus. Deze duiven waren overigens gekruist met mijn eigen duiven. Een paar jaar ervoor had Jannie bij mij wat eitjes aangeschaft van mijn beste vliegers.  

Hokbestand

In de wintermaanden heb ik een 75 duiven. 25 vliegkoppels, hiermee speel ik het totale weduwschap en een 12 kweekkoppels. In de zomer komen daar nog een 70 jongen bij. Dus zeg maar het dubbele. Meer wil ik er ook niet hebben. Al met al het is veel werk en aangezien ik nog gewoon erbij een full time job heb als verzekeringsadviseur moet ik vaak schipperen met de tijd. Veel van mijn vrije tijd wordt dan ook opgeslokt door de duiven. Ik ben opgevoed met de slogan wat je doet doe je goed, geen half werk. Mijn ouders hadden vroegen een eigen champignonbedrijf dus die wisten ook wat werken was. Mijn broer en 2 zussen waren van de paarden. Ook fanatiek.  Ik verzorg de duiven overigens alleen waardoor je toch alles zelf moet doen en geen taken kunt overdragen. Helaas geen personeel hier....Ik denk overigens ook niet dat ik goed zou kunnen samenwerken binnen mijn hobby met iemand anders, daar ben ik veel te eigenzinnig voor. 

Zoals ik al zei ook vanwege mijn job worden de duiven 1 maal daags getraind en dat in de avonduren voor een dik uur. De doffers trainen spontaan en de duivinnen met de vlag.  De jonge duiven gaan er vaak overdag uit op een tijdklok. Die wordt dan zo ingesteld dat wanneer ik thuis kom ze binnen kan roepen. Na 17.00 uur vliegen enkel nog de oude duiven. De jonge duiven worden overigens verduisterd vanaf 17.30 tot 07.30. Dit tot de langste dag. 

Verder leer ik de oude duiven voor het seizoen een 6 tal keren op tot 40 km. Met de jonge duiven ga ik toch wel een stuk of 10 keer als ik er de tijd voor heb. Tussen de vluchten door rij ik na gelang de tijd er is zeker in het begin van de vluchten 1 keer in de week. Zowel bij de oude als bij de jonge duiven.

In de winter blijven de duiven binnen en ze gaan er vanaf half februari weer uit. Dit is eigenlijk jammer maar vanwege het roofvogel gevaar heb je geen keuze meer. Zeker voor liefhebbers die nog werken is dit een lastige periode. Je kunt de duiven eigenlijk niet loslaten en vervolgens naar je werk gaan. De kans dat een roofvogel toeslaat is groot, met alle gevolgen van dien. Wat mij betreft zou met gerust pas half april mogen beginnen met de wedstrijden. Als de klok verzet is krijgt de werkende liefhebber toch ook wat meer lucht. Ook wat betreft het weer is het dan vaak toch wat stabieler. Zie wat er nu gebeurd, 1 week vliegen dan weer afgelast en dan weer vliegen dat is ook voor de duiven niet goed. Als je begint te spelen moet je ook meteen kunnen doorpakken om het juiste ritme te pakken. 

Selectie, verzorging en voeding

Selecteren doe ik wat betreft de jonge duiven op gevoel. Een duif moet mij aanstaan. Vooral bij het jonge duiven spel kun je veel sturen als je er maar veel tijd in steekt. Dit zegt niet altijd wat van de kwaliteit van de duif. Vaak vallen jongen die als jong super vlogen als oude tegen. Dus de jonge duiven worden geselecteerd op gevoel en afstamming. 

De oude duiven worden uiteraard wel geselecteerd op prestatie, er is dan geen excuus meer. Ik heb liever kop vliegers die er ook wel eens langs gaan dan duiven die wekelijks op de uitslag ergens in de midden staan.  Verder ga ik ook geen bakken vullen. Het ene jaar houdt ik er meer over dan het andere jaar. 

Medisch, de verplichte entingen, paramixo en de pokken. 
Ik doe eigenlijk tot heden geen onderhoud dus bezoek geen dierenarts om de duiven voor het seizoen of de kweek te laten controleren. Hier wil ik nog wel verandering in brengen voor de toekomst. Vaak is het gebrek aan tijd de reden om dit achterwege te laten. Het is toch wel fijn denk ik, en ook belangrijk, wanneer je denkt dat er iets aan scheelt je dit kunt overleggen met een dierenarts waar je vertrouwen in hebt. De tijd zal het leren..............

Verder heb ik wel alles in huis wat betreft medicatie tegen het geel, Ornithose en colli. Waar nodig kan ik dan ingrijpen maar dit gebeurd dus tot de dag van vandaag puur op eigen gevoel. Ik denk als je dan een dierenarts kunt raadplegen je wel gerichter te werk kunt gaan waardoor de duiven weer sneller op het oude niveau zitten. 

Verder doe ik jaarlijks iets tegen de luizen. 
Het beste jaar is het jaar dan je zo min mogelijk medicatie nodig hebt!

Het voer zijn diverse mengelen van Beyers, Mariman en Koopman All-in-one. Ik voer de duiven op van licht voer naar zwaarder voer. De laatste 6 maaltijden krijgen de duiven de zwaarste mengeling en kunnen ze zich een kwartiertje voleten. Worden de vluchten zwaarder krijgen ze dagelijks een paar pinda’s toegevoegd. Dit echter alleen bij de verdere afstanden. 

Dit alles wordt aangevuld met hennep, snoepzaak, tovo en diverse soorten grit en mineralen. Hier maak ik een eigen mengeling van en de duiven eten het graag. Deze eigen gemaakte mengeling krijgen ze vaak na thuiskomst van de vlucht en eten ze liever dan het graanvoer. 

Extra supplementen zijn er veel, ik heb dan ook al van alles uitgeprobeerd maar geloof niet meer in dit soort wondermiddeltjes. Ik zeg niet dat het slecht is voor de duiven maar de duiven gaan er echt niet harder door vliegen. Het draait om goede duiven die van natura  gezond zijn en blijven. Een duif, vaak een jonge duif, die niet lekker is krijgt een paar dagen de kans om op te knappen en knapt ze niet op dan wordt ze geruimd. Dat is nog altijd in mijn ogen de beste selectie. Je kunt beter een nieuwe kweken dan met een zieke dagen gaan liggen rommelen. Vaak ben je deze duiven als ze opknappen als eerste kwijt op de wedstrijden. Dus uiteindelijk allemaal verloren energie. 

De verwachtingen voor dit jaar zijn goed. Er zit een leuke jonge vliegploeg waar ik alle vertrouwen in heb. Bij goed weer zullen ze zeker soms kunnen excelleren. Ook al is de concurrentie bij ons groot laten we ons niet zomaar uit het veld slaan. De basis van goed presteren is kwaliteit en gezondheid. Soms gaat alles vanzelf en soms zit je wat te rommelen en weet je niet waar je het zoeken moeten. Tovenaars bestaan niet maar de ene liefhebber ziet wel eerder dat er iets mankeert dan de ander. En dat maakt ook vaak verschil waarom het ene hok stabieler presteert dan het andere hok. 

Buiten de diverse afdelingsoverwinningen zijn er een aantal overwinningen die voor Frans extra bijzonder waren: 

1ste Nationaal Issoudun tegen 12.191 duiven
1ste en 2de Sens tegen 12.475 duiven
1, 2, 3, 4, 5 en 6de Sourdun  tegen 6.222 duiven
2de Beste Eéndaagse fond duifkampioen afdeling Limburg, 2013 en 2014
In 2007 en 2011 Nationaal hokkampioen jonge duiven Nederland
Diverse jaren ere titels bij de eerste 10 bij WHZB