Meer nieuws

De succesvolle Günther Prange duiven, beter vind je ze niet in Duitsland

10 Nov 2023

Meppen, een stad aan het water, prachtig verscholen in het groen. Deze oude vestingstad heeft niets van de drukte van een metropool en ligt aan de westelijke rand van Nedersaksen, op amper 20 kilometer van de Nederlandse grens. 
Voor de internationale duivenwereld klinkt Meppen zeer bekend in de oren, dit dankzij de topprestaties van duivenmelker Günther Prange. 
Het visitekaartje van Günther ziet er indrukwekkend uit. Overwinningen tegen grote concurrentie, meerdere nationale asduiven, meerdere Olympiade duiven en dit al onafgebroken decennia lang. 

Over enkele weken vindt de Olympiade in Maastricht plaats en terug mag Günther twee duiven afvaardigen. 

De klasse van de Prange duiven kent geen grenzen. Niet alleen op het eigen hok te Meppen maar ook bij vele andere liefhebbers wereldwijd hebben de Prange duiven hun sporen nagelaten met een eindeloze referentie lijst als resultaat. 

Tijd voor een uitgebreid interview.

Momenteel staat de winterperiode voor de deur. Laat je uw duiven in de winter zo vaak mogelijk buiten?
Ja, eigenlijk wel.. meermaals in de week, nee, elke dag! ’S Middags rond 14u gaan de hokken open. Ze vliegen dan 1u en komen dan snel binnen. Vroeger liet ik ze van ’s morgens uit en zag iets heel vreemd: de duiven kwamen buiten, trainden, gingen weer naar binnen en leken een middagdutje te doen. Tijdens de middag zijn ze niet buiten. En 's avonds is de hele bende weer tegelijk buiten. Het lijkt op een soortgelijk ritme als bij mensen. Nu trainen ze enkel in de namiddag. Dat is tijdens de winterperiode meer dan voldoende.
Ik zou iedereen aanraden om het op deze manier te doen. Het is gewoon beter voor de duiven. Het probleem van “kopziekten” heb ik nooit gekend en ik denk dat het te maken heeft met het feit dat ze in de winter door de koude lucht vliegen. Ze zijn eraan gewend. Ik laat ze in weer en wind buiten, zelfs in de regen. Als er onweer op komst is, open ik de hokken onmiddellijk, de duiven gaan naar buiten, maken een paar rondjes in de regen en gaan dan op de warme dakpannen liggen en houden hun vleugels omhoog. Dat hoort er allemaal bij. Een duif moet alle weersomstandigheden kennen. Het enige waar ik bang voor ben is wanneer het sneeuwt of als er dichte mist is, dan blijven ze sowieso binnen. Je hoeft geen onnodige risico's te nemen


Doe je een kuur of vaccineer je de duiven voor de winter?
Nee, helemaal niet. Ik vaccineer mijn duiven niet in de herfst. In het voorjaar krijgen ze een paramyxo-enting, maar meer niet. Ik vaccineer niet tegen paratyfus en gebruik ook geen medicatie tegen Salmonella. Ik heb er nog nooit problemen mee gehad. Als je naar de uitwerpselen van mijn duiven kijkt, besef je dat het niet veel beter wordt dan dat. Dit wil niet zeggen dat ik geen schrik heb dat mijn duiven besmet geraken met Salmonella. Om 100% zeker te zijn laat echter elk jaar een duif testen en er is nog nooit salmonella geconstateerd. En deze testen zijn echt grondig. Als ze niets vinden, waarom zou ik dan iets aan salmonella doen?

Hoe ziet de voeding eruit in de winter? 
Ik heb mijn basismengeling. Daar wordt dan zuiveringsmengeling aan toegevoegd. De duiven krijgen altijd genoeg zodat ze nooit te zwaar, maar ook niet te licht zijn. Ik geef ze geen extra portie gerst of paddy. Dat zit al in de zuiveringsmengeling, dus waarom extra aan toevoegen. Als ik kijk naar mijn voerschema's van vroeger en die vergelijk met die van nu, dan is er een wereld van verschil. Maar de duiven vliegen er niet slechter door.
Het geven van een paar grammen meer van dit of een paar grammen meer van dat maakt geen verschil. Als de kweekperiode eraan komt, wordt het percentage zuiveringsmengeling verlaagd. De kweekduiven krijgen dan ook vitaminen via het voer. Ze zitten dan in de volière en ik geef ze sowieso altijd tussendoor groenten. Ik ben nog een beetje ouderwets als het op kweken aankomt. Ik gebruik levertraan, dat om de twee à drie dagen aan het voer wordt toegevoegd, en ik geef veel hennep aan de kwekers. Voor het paren krijgen mijn duiven een kuur “Prange Suppe” (een mix van verschillende planten en kruiden extracten)

Broeden de vliegduiven voor aanvang seizoen?
Soms wel, soms niet. Dat speelt niet zo'n grote rol. Dat is allemaal niet doorslaggevend. Waar het om gaat is dat je de rui van de pennen onder controle houdt. Ik kan mijn hok een beetje verduisteren mocht het een zeer zonnig voorjaar zijn. Ik heb rolgordijnen voor het hok en die gebruik ik dan.

Verandert u het voer voor de trainingsvluchten? 
Ja, zeker en vast, dan krijgen ze de Prange mix. Maar voor de eerste, korte vluchten krijgen ze nog een deel zuiveringsmengeling om het voer wat lichter te maken. 

Krijgen de duiven een kuur voordat het seizoen begint, bijvoorbeeld tegen trichomonas? 
Nee. Ik ben al jaren niet meer bij de dierenarts geweest. Ik denk dat als de duiven aan huis heel goed vliegen en geen problemen vertonen, ze eigenlijk wel gezond moeten zijn. Als ik iets zou merken, zou ik meteen naar de dierenarts gaan. Ze krijgen in ieder geval niets preventiefs, ook de kweekduiven niet. Na de vijfde of zesde kweekronde krijgen sommige jongen wel trichomonas, maar als ze daar zelf niet tegen kunnen, moeten ze verwijderd worden. Ik spaar ze niet. 

Hoe bereid je de vluchten voor? Ga je de duiven zelf veel gaan oplaten? 
In het begin is het maar een hele korte 5 km. Als dat goed gaat, ga ik naar 10 kilometer en dat doe ik twee of drie keer. Ik ga zelf niet verder dan 15 kilometer. Want als ik van hieruit verder rijd, bijvoorbeeld naar Lingen of Lohne, dan zijn daar al de eerste “slechtvalk gebieden” die ze moeten doorkruisen. Vroeger trainde ik de duiven samen met Hubert Borker, en we misten altijd duiven! Sommigen kwamen terug en hadden hun rug verwond en dan wist je meteen dat het een slechtvalk aanval was. Dit risico is zo groot geworden.

Je hebt zeker een paar goede trucs in petto voor onze lezers, vooral als het gaat om het motiveren van de duiven! 
Ik heb niet zo veel duiven op de hokken zitten en ik wil er ook geen massa hebben omdat ik elke duif wil kennen. Ik ken precies hun gedrag. Daaruit kun je hun motivatie halen om ze in de kop van de uitslag te laten vliegen. Niet elke duif reageert hetzelfde. Voor mij is het vrij eenvoudig omdat ik een nauwe stam duiven heb die ongeveer hetzelfde reageert maar toch is de motivatie voor iedere duif anders. 

Zelfs bij vluchten met 1 nacht mand, korft u uw duiven altijd de dag voordien in. Toon je dan ook nog de duivinnen?  
Nee, ik toon ze niet. Ik haal de duiven 's avonds in het donker van het hok en stop ze meteen in de mand. Dit is een zeer eenvoudige maar zeer doeltreffende manier van werken. 


Laten we terugkomen op de jonge duiven. 
Ik kweek veel jonge duiven omdat de ervaring leert dat ik elk jaar minstens 30 duiven verlies aan elektriciteitskabels. Ik weet dit omdat de er jonge duiven terugkomen met gebroken poten, hun hele borst opengereten of zeer zwaar gekwetst zijn.
Dan is er nog het feit dat ik mijn kweekduiven veel herkoppel en niet alle gekweekte jongen voelen en zien er perfect uit. Aangezien ik een sterk ingeteelde stam heb, kweek ik iets meer “afval” dan bij liefhebbers die veel meer “vreemd bloed” op de hokken zitten hebben. Ik wil dat ze zijn zoals de oude Delbar duiven waarop ik mijn kolonie heb gebaseerd. Het model voor mij is nog steeds de oude "51", een droom duif voor iedere liefhebber. 

Selecteer je ook op basis van prestaties of kies je de jonge duiven alleen op basis van je smaak?
Allereerst houd ik de duiven die ik leuk vind. Als ze dan naar het oude duivenhok gaan, is het op basis van gedrag: Zijn ze angstig? Vertonen ze vreemd gedrag op het hok? Of worden ze snel kuddebestendig en verdedigen ze hun bak? Ik kijk of het pestkoppen zijn die naar elke woonbak vliegen. De rust op het hok moet zo snel mogelijk hersteld worden. Ik selecteer dus vooral op gedrag. De herrieschoppers gaan eruit. Die kun je niet gebruiken. Zelfs degenen die bijzonder schuw zijn, gaan er meteen uit. Je hoeft geen hoge verwachtingen te hebben dat ze goed zullen presteren of tammer zullen worden, ze zijn nu eenmaal zo. Als ik honderd duiven kweek, zijn er altijd wel een of twee die in mijn gezicht vliegen als ik ze probeer op te pakken. De anderen doen dat niet. Je kunt niets doen met deze wilde duiven. In dit stadium spelen prestaties geen rol. 
De prestaties van de jonge duiven doen er voor mij over het algemeen niet toe. Ik heb ook een jong duivenhok zonder antennes. Ik kan zien of er eentje tussen zit die altijd opvalt. Maar dat heeft helemaal niets te maken met prestaties voor de toekomst - althans in mijn ogen niet. Als de jonge veel trainingsvluchten afgewerkt hebben en je kent weinig tot geen verliezen dan mag je er zeker van zijn dat u een “goed kweekseizoen” gehad heeft en met zulke duiven lukt het allemaal iets vlotter en beter. 

Wat verwacht je van de jaarse en oude duiven?
Eerst en vooral verwacht ik veel topprijzen van hen. Ik doe niet elke vlucht mee, maar als ik mee doe, moeten ze het echt waarmaken. En ze moeten ook veel prijzen vliegen. Als ze nu en dan eens falen, maar wel vaak topprijzen vliegen, dan houd ik ze natuurlijk. Ze worden meestal “vaster” als ze twee jaar oud zijn. Een duif vliegt niet eerst een hoofdprijs en de volgende keer niet omdat hij het niet kan. Of hij is niet zo gemotiveerd of hij is een beetje in de war. Als ze twee jaar oud zijn, worden ze zelfverzekerder en vast beradener. De ervaring van de duiven speelt ook een rol. 
Omdat er hier in de streek zo weinig jonge duivenvluchten zijn, hebben de duiven niet de kans om veel ervaring op te doen, dus het is onmogelijk om iets te zeggen over de capaciteiten van de jonge duiven. Soms speelt het weer niet mee of zijn mensen gewoon voorzichtig. En als ze te voorzichtig zijn, verliezen ze het volgende jaar de meeste jaarlingen. Sommigen stoppen ook voortijdig met jonge duiven omdat ze er maar een paar meer over hebben. Zelfs duiven die in het begin van het seizoen niet zo goed presteren, krijgen in juni steeds meer vertrouwen en vliegen dan meer top prijzen. 

Het gouden kweekhok
Het hart van elke kolonie is natuurlijk het kweekhok. Bij Prange is het niet anders. Alleen bij hem hebben alle kweekduiven alle ruimte, want zijn kweekduiven zitten in zeer ruime boxen. 

 

Waren het vroeger de Delbars die Günter Prange succes brachten, tegenwoordig is het de kruising van de oude basis met de duiven van C en G Koopman die de liefhebber in de voorhoede houdt, zij het dat de Koopmans de oude basis steeds meer verdringen. Natuurlijk zijn er hier en daar nog selecte duiven het kweekhok komen versterken, maar het is nog steeds het oude type dat de hoogste waardering krijgt.
Kweker nummer één is zonder twijfel de NL 94/2227959, een zoon van de Beatrix doffer met Sultana (uit Eric met Wonderduifje 056) van Cornelis en Gerard Koopman. Die "959" is vader, grootvader en overgrootvader van een hele serie topduiven. Hij gaf een uitzonderlijke kweek met de Bellens duivin "736". Een zoon, de 02098-97-330, vloog acht eerste prijzen in zijn carrière en werd ook een uitstekende vererver. In het seizoen 2001 vloog de "330" trouwens 10 prijzen en haalde 968,01 asduifpunten op 1000.

Een andere zoon van de "959", de zogenaamde "Ringlose" werd vader van uitstekende kweek- en vliegduiven. Zijn moeder is nog steeds van de oude Delbar stam. Een zoon van de Ringlose, de 02098-99-802, werd Duitslands eerste asduif in 2001. Uit een dochter van de Ringloze, de 02098-99-704, kweekten de bekende liefhebbers Bernard Beumer en Theo Sandbothe de 05991-01-1011, die ook 1e asduif van Duitsland werd in 2002.
In 2003 maakte een andere zoon van de Ringloze furore. Hij draagt het ringnummer 02098-01-1009 en komt uit een koppeling Ringloze met de NL94-2783577 (uit "Ons Louis" x "Zuster Eric") van Cornelis en Gerard Koopman. Deze 1009 werd met 598,43 van de 600 punten de tweede asduif van Duitsland.
Tot hier een kleine bloemlezing van de geweldige kweekcapaciteiten van de Ringloze. 

Ik heb nog duiven die nauw verwant zijn met mijn "Ringlose" duiven. Dit zijn duiven die ik momenteel niet gebruik om mee te kweken, maar waarvan ik weet dat ik ze ooit nodig zal hebben! Ik weet dat. ... Zo is het nu eenmaal. Of je moet een parallel hok hebben dat ook deze lijnen kweekt of je hebt, zoals ik, een heel groot kweekbestand. Eigenlijk gaat dat tegen de stroom in, maar als je zo'n lijn stabiel wilt houden, is er geen andere manier. Je moet de lijn altijd intact houden en zorgen dat er op tijd vers bloed wordt ingebracht. Maar elk vers bloed houdt ook een risico in: Word ik er beter of slechter van? Past het goed of helemaal niet? Mensen denken altijd: "Als de Prange het doet, dan past het zeker." In werkelijkheid past het vaker niet dan wel. 

Tot zover mijn gesprek met Günter Prange, waarvoor ik hem hartelijk wil bedanken. 

Met dank aan Rainer Püttmann/magazine Brieftauben International
 

AANSTAANDE DINSDAG 14 NOVEMBER EINDIGT PIGEON BIDS PRANGE GUNTHER
ALLE AANGEBODEN DUIVEN ZIJN DOOR GUNTHER GEKWEEKT EN GESELECTEERD