Meer nieuws

Marnix Leutenez (Kruisem) 1e nationaal kampioen zware fond KBDB 2019

04 Apr 2020

Wanneer ik Marnix ontmoet ben ik altijd een tikkeltje positief jaloers. Hij oogt steeds kwiek, monter, bijna Spartaans. Om het met een volkse uitdrukking te stellen “hij blinkt in zijn vel” !  Zo zit hij ook in elkaar, positief in het leven, gemotiveerd, zorg dragend van lichaam en geest. Ooit waakte hij erover, als veldwachter-politieagent, dat de samenleving goed was om in te leven en dat leverde hem heel wat levenservaring en levenswijsheid op. Marnix is ook een observator en evalueert graag hoe een levend wezen zich gedraagt en zich aanpast aan bepaalde omstandigheden. Marnix was ook de man die langeafstandslopen jarenlang als zijn ontspanning inlaste en zo zijn eigen conditie op peil hield.

Zo ook is Marnix een observator in zijn geliefkoosde hobby, de duivensport. Hij heeft niets meer te bewijzen, in het verleden haalde hij diverse topklassementen naar Kruisem en dat laat hem ook toe op een rustige wijze, zonder weinig druk, met zijn kolonie om te gaan. Is dit een groot onderdeel van zijn succes ?  Mogelijks wel, want op zijn geliefkoosd terrein, de zware fond, is forceren uit den boze. Wie forceert en de conditie van de duiven verkeerd inschat verliest duiven op het slagveld. Eén uitspraak die hij mij bij een vorig bezoek deed blijft hangen namelijk “voor de zware fond moet een duif als het ware zelf vragen om te mogen vliegen”.  Dit gedrag is voor Marnix het signaal dat een duif klaar is om een volgende vlucht aan te pakken.

Als samenvatting van deze intro een bewijs dat Marnix vooral soigneert en observeert en we kunnen toch, op basis van zijn resultaten, stellen dat dit een een goed en bewezen weg naar het succes is !

Kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit

Kiezen voor de zware fond is kiezen voor kwaliteit met de grote K.  Ze moeten het kunnen. Heb je geen duiven die de talenten voor dit zware werk hebben dan doet de natuurlijke selectie netjes zijn werk…..want ze blijven gewoon achter op de vlucht.

Dit weet Marnix als sedert decennia en van bij de start van de samenstelling van zijn ploeg zocht hij duiven die dit aankunnen. Van zodra hij met duiven startte (jaren ’80 van vorige eeuw) klopte hij aan de deur bij Rene De Meester in Ouwegem. Rene bezat een fondhok dat hoofdzakelijk was gebaseerd op de duiven van Gerard & Michel Vanhee uit Wervik. Bij Rene haalde Marnix zijn Marseille (was een gekwetste duif van Rene) en dit werd meteen een sterke vererver. Dit werd aangevuld met duiven van de toenmalige fondtoppers Santens Gebroeders uit Oudenaarde en Georges Carteus uit Ronse. Hiermee werd de eerste basis gelegd en er werden al enkele provinciale overwinningen en nationale toppen behaald. In een meer recentere periode werden met succes duiven gehaald bij Frans Balcaen uit Nokere, en Patrick Houfflijn uit Wortegem-Petegem, Jean Pijcke uit Ronse (ras Delbar), Roger Debusschere uit Lokeren (duiven Chris Hebberecht), Johan De Meulemeester uit Zulte en Luc Bafort uit Temse.

Als je kookt met de beste ingrediënten…en ook nog een beetje kan koken (lees je bent een beetje ‘melker’) dan smaken de resultaten goed en zoet !  En zo werd Eurodiamond gekweekt die de 4 e internationaal Perpignan won en 4 keer won op Barcelona. Hij bleek nadien een sterke vererver te zijn. Gekoppeld aan Nina volgden duiven die top vlogen uit Perpignan, Barcelona, Agen, Narbonne enz……

Deze duiven krijgen bij Marnix de tijd om uit te groeien en ervaring op te doen. Maar eens volwassen moeten ze aan de slag en dan doen de zware vluchten hun selectie.

Perfecte organisatie en verzorging

Marnix is de man van een stipte en goede verzorging en organisatie. De focus ligt op de zware fond en enkele fondvluchten vooral voor de jaarduiven. 

Er wordt gekweekt uit een 15 à 20 kweekkoppels, die recentelijk allemaal in kweekboxen werden ondergebracht. Koppeling rond Sinterklaas, en er worden een 45 tal jonge duiven voor eigen gebruik gekweekt. De jonge duiven worden deftig opgeleerd maar verder dan 200 à 300 km (Clermont, Fontenay) hoeven ze in hun eerste jaar niet te gaan. De selectie is o.b.v de afstamming en keuring in de hand. De jonge duiven gaan steeds als leerduif de korf in en resultaten spelen geen rol. Stilletjes uitrijpen is de boodschap. De duiven komen maar tot hun volledige wasdom op de leeftijd van 2 jaar.

De vliegploeg bestaat uit 32 oude duiven en een 20-tal jaarlingen. Er wordt niet met duivinnen gespeeld, enkel met duivers op klassiek weduwschap. De duiven huizen op ruime en luchtige tuinhokken met weinig duiven op 1 hok. Marnix heeft plaats om dubbel of driedubbel zoveel duiven te houden, maar dit is niet aan de orde.

De vliegduiven worden gekoppeld op Lichtmis (2 februari) en mogen enkele dagen broeden. Daarna, .i.f.v. gunstige weersomstandigheden om op te leren, volgt nog een koppeling van enkele dagen.  Na het seizoen kweken de vliegduiven niet. Het is dus perfect mogelijk dat een 5-jaarse vliegduif bij Marnix geen jongen heeft grootgebracht.

De jaarlingen worden ook degelijk opgestart en vliegen naar het einde seizoen toe vluchten als Limoges, Libourne, Tulle. De oude duiven worden op de zware fond ingezet en moeten normaliter 2 internationale fondvluchten afwerken.

Bibberen bij de start

Marnix houdt elk jaar zijn hart vast bij het opleren van de weduwnaars. Het is hem reeds meermaals overkomen dat op de vluchtjes van 80 tot 200 km steengoede duiven verloren gaan. Een verklaring is er niet, maar er wordt gegist in de richting van nog niet voldoende ingevlogen zijn, verongelukken, doorgaan voorbij eigen hok….maar met excuses haal je de duiven niet terug.  Zo verloor Marnix begin 2019 bij de eerste opleervlucht met de club een steengoede topvlieger.

De duiven trainen verplicht een uur (met de vlag) en bij beter weer wordt dit tweemaal trainen. Ze moeten zich dixit Marnix in conditie trainen en vooral meters maken.  Wat Marnix opviel was dat bij de warme temperaturen van vorige zomer de duiven na het vliegen niet zaten te hijgen, maar door de intensiteit van de training weinig last hadden van de warmte.  Dat was een teken dat de forme aanwezig was en dat alles conditioneel top was.

Bij het inkorven krijgen de jaarlingen hun duivin te zien om ‘het spelleke’ te leren, maar bij de oude duiven is dit niet het geval. Daar worden ze enkel op de nestschotel ingekorfd.

Hier erkent Marnix dat hij fouten heeft gemaakt. Op Barcelona toonde hij vooral duivinnen en het resultaat was niet goed.  De duivinnen waren niet driftig en dat heeft de duiven meer gedemotiveerd dan gemotiveerd….is de vaststelling achteraf. En een ezel stoot zich…..

Het oog van de meester….

Marnix is een observator. Zo tracht hij ook uit het gedrag de conditie af te lezen, maar hij is niet naïef en gaat voor het seizoen op bezoek bij de dierenarts. In de maand maart is het tijd voor onderzoek en indien nodig nog tijd om in te grijpen.

Naast de verplichte entingen worden voor het seizoen in principe geen kuren gegeven tenzij dit vereist zou zijn o.b.v. onderzoeksresultaten. Na het seizoen wordt een paratyfus-kuur uitgevoerd via de drinkpot.

Tijdens het seizoen worden de duiven driewekelijks behandeld tegen e.v.t. trichobesmetting met een individuele capsule. Lookolie, biergist zijn wekelijkse ingrediënten. Vorig seizoen werd Daflor als darmconditioner in gebruik genomen.

Daags na een vlucht worden de ogen ontsmet met klassieke oogdruppels.

Ook sedert vorig seizoen wordt Hip 100 van de firma Vanrobaeys gebruikt als recuperatiemiddel bij vertrek en thuiskomst.

Voederen is een kunst, maar je hoeft het nu ook niet tot een toverkunst te verheffen zegt Marnix. Een vuistregel is niet té zwaar te voederen. De duiven moeten lenig blijven als een aal. Marnix is een vijand van erwten en bonen…hij durft zelfs te zeggen dat dit vergif is voor vliegduiven. Voederen gebeurt met de lepel en een half uur na de dis dient alles opgegeten te zijn. De duiven krijgen een lichte vluchtmengeling voor de wedstrijd en dit krijgen ze ook bij thuiskomst. In de tussendagen tussen de vluchten is dit een dieetmengeling. Het opvoederen gebeurt met wat snoep en veel mais.  Drie uur voor een inkorving mogen ze eten zoveel ze willen. Marnix is ervan overtuigd dat een fondduif zich nog moet ‘oppompen’ voor een wedstrijd in de korf.

Hebben we uit dit alles veel nieuws geleerd ? Toch wel, namelijk dat de belangrijkste observatie deze ’s morgens vroeg is bij het betreden van de hokken. Marnix neemt dan de tijd om de duiven individueel te bekijken (houding, frisheid, mest enz….). Deze observatie leert hem veel over conditie, herstel, gereedheid voor een volgende wedstrijd enz….

De hokken zijn tuinhokken met heel veel licht en ruimte. Er wordt door roosters boven de gang voor de hokken en door ventilatieroosters onder de spoetnikken gezorgd dat de voldoende zuurstof en verse lucht is maar geen tocht. Bij zeer warm weer worden overdag de gordijnen voor de ramen neergehaald om té warm weer te vermijden.

Het oog van de duif…

Marnix houdt van een die niet te groot moet zijn maar sterk gesloten en goed in elkaar gedraaid. Daar hij slechts met goede vliegduiven gaat kweken vanaf hun 7e jaar is het bij hem ook de kunst goede kweekduiven trachten te ontdekken uit nakweek (niet gespeeld) en ook een vorm van inteelt. De beste inteeltproducten worden gehouden en de jongen hieruit getest op de vluchten. Marnix is een fervente oogkeurder.  Ze moeten stralen, sterk gepigmenteerd zijn en bij voorkeur zoveel mogelijk lijntjes in de kleurcircel vertonen. Dit straalt volgens Marnix de vitaliteit en kracht van de duif uit. Wanneer hij bij jonge duivers of jaarlingen moet kiezen zonder resultaten zijn de voorgaande selectienormen doorslaggevend.

Seizoen 2019 overladen met titels !

De mooiste bekroning van alles is natuurlijk de titel van Algemeen Kampioen Zware fond KBDB 2019

Deze titel is zowat de Superprestige onder de fondklassementen en wordt nationaal en internationaal zeer hoog ingeschat. Marnix had in ‘de mot’ dat zijn duiven dit konden behalen, maar dan moet je nog een beetje kenner zijn om de juiste duiven als 1e en 2e afgegeven in de mand te stoppen.  Geluk ? Waarschijnlijk wel een lepeltje, maar is het niet zo dat grote kampioenen gemakkelijker geluk afdwingen dan anderen ?

Deze titel werd behaald met volgende resultaten :

  • Pau          
  • 2e get. B15-4071462 “De Perpignan”          23e Nat.         2797 d.
  • 1e get. B15-4071469 “Superman”              161e Nat.        2797 d.
  • St. Vincent
  • 1e get. B15-4071462 “De Perpignan”          86e Nat.         2949 d.
  • 2e get. B15-4071469 “Superman”              109e Nat.        2949 d.
  • Narbonne
  • 1e get. B16-4151581 “Damiaan”                   4e Nat.           3873 d.
  • 2e get. B16-4151506 “De Libourne”             116e Nat.      3873 d.

Andere titels die in seizoen 2019 behaald werden :

  • 1e Kampioen KBDB Oost-Vlaanderen zware fond
  • 2e Eurodiamond zware fond
  • Riddersclub
  • 1e Marathon
  • 1e Ere-kampioenschappen
  • 6e Internationale prijs Familie Herbots

Een conclusie van al het voorgaande is dat je geen megahok moet hebben om top te zijn. Je moet dan wel je discipline kiezen, het nodige geduld uitoefenen en permanent schaven en vijlen aan je stam.  Hier bij Marnix geldt zeker de leuze “als de melker evenveel inspanningen doet zoals zijn duiven dat doen op de vlucht, dan is de kans op succes aanwezig”.  Fijne man, fier winnaar !!

Proficiat vanwege het Herbotsteam !

Geert Dhaenens