Meer nieuws

In gesprek met…

06 Mar 2020

In gesprek met…

De nieuwe lichting, niet de echte jongsten van 8-9-10-…jaar, neen, de nieuwe ‘echte’ duivenmelkers, degenen die de stap hebben gezet van het ‘kind’ spel naar het ‘volwassen’ spel, de pubertijd hebben overleefd, kortom de nieuwe generatie duivenmelkers die anders zijn groot geworden dan de vorige generaties duivenmelkers…

Pertinente vragen zoals : wat maakt dat ze nog niet zijn afgehaakt? hoe beleven zij de duivensport? hoe zien zij de toekomst? hebben zij ook een mening over ‘het spel’, de kampioenschappen, de reglementen? En worden zij gehoord? Dit zijn vragen die ik hen wou stellen. Daarbij onmiddellijk het idee om onze Nationale Voorzitter KBDB Pascal Bodegien bij dit gesprek te betrekken welke volmondig ja zei op m’n voorstel. Hij was vooral aanwezig als het luisterende oor en te antwoorden op een aantal vragen van de jeugdigen en had zelf ook wel wat vragen naar hen toe. Hieronder het relaas van onze namiddag, stof tot nadenken hebben ze ons zeker gegeven, interessante voorstellen ook. 

Korte intro

Natuurlijk belangrijk om te weten met wie we rond de tafel hebben gezeten, ik heb bewust mensen uitgekozen die naar mijn gevoel echte hobbyisten zijn en die er niet inzitten voor even maar voor de rest van hun leven. Zij hebben vooraleer we in gesprek gingen op 5 vrij algemene vragen geantwoord om hen en hun situatie wat beter te leren kennen. De antwoorden op deze vragen vinden jullie onderaan de reportage terug. 

Duivenliefhebber n°1 : Ines Stessens – 26 jaar – Woonplaats : Retie

Duivenliefhebber n°2 : Thomas Verhagen – 30 jaar – Woonplaats : Ravels

Duivenliefhebber n°3 : Jolien Cools – 24 jaar – Woonplaats : Loenhout 

Duivenliefhebber n°4 : Kurt Michielsen – 25 jaar – Woonplaats : Wuustwezel

En last but not least onze Nationale Voorzitter Pascal Bodegien – 57 jaar – Woonplaats : Stelen (Geel) was er ook bij, hem heb ik het vragenlijstje onthouden alhoewel ik hem dit achteraf gezien toch ook had moeten laten invullen ?

In een heel klein notendopje, en nu waren we klaar voor de ‘echte’ vragen.

Wat maakt dat jullie nog met de duiven spelen?

Jolien die niet uit een duivenmelkersfamilie komt maar aangestoken is door vriend Kurt (waarmee ze al 11 jaar een koppel vormt), is gewoon gebeten door het duivenvirus. Ze doet het gewoonweg heel graag en zeker omdat ze dit samen met haar vriend kan doen want ze weet ook dat als 1 van de 2 niet met duiven bezig is dit zeer moeilijk is als jong koppel daar de duiven elke dag verzorging nodig hebben. Tessa (vrouw van Thomas) bevestigt dit, toen zijn nog maar net samen waren was het zeker niet makkelijk om vol te houden daar Thomas zijn duiven belangrijker vond dan haarzelf, en welk meisje/vrouw vindt dat nu leuk? Ondertussen wonen zij 3 jaar samen en helpt ze hem mee op het hok. Thomas zelf heeft wel even ‘gehaperd’ wat het duiven-liefhebben betreft, rond zijn pubertijd ging hij liever voetballen of op stap maar doordat zijn grootvader ziek werd is hij zich toch terug meer met de duiven gaan bezig houden en dit is zo gebleven. Allen hebben ze wel andere hobby’s gehad maar de duivensport is gewoonweg niet combineerbaar met andere hobby’s en bij hen allen was de liefde voor de duiven zo groot dat de keuze duidelijk was. Het is wel zeer moeilijk om dit uitgelegd te krijgen aan leeftijdsgenoten, vooral omdat de duivensport bij buitenstaanders gewoonweg niet gekend is. Het is nu wel zo dat sinds ‘Armando’ ze er wel makkelijker op aangesproken worden en andere jongeren toch meer interesse tonen in de duivensport. Ze vinden het wel niet zo positief hoe de duivensport in de media komt, of het enkel om het geld draait. Dat is maar zo voor enkelen, zeker niet voor hen. Op de vraag of de duivensport te duur is antwoorden ze bijna allemaal hetzelfde : het is maar zo duur als je het zelf maakt. Dus zeker geen reden om niet met de duiven beginnen te spelen of er mee te stoppen. Als jonge liefhebber krijg je wel duifjes en eitjes van oudere liefhebbers en met hokken gooien ze naar je hoofd op de tweedehandssites. Wat het eten en verzorging betreft is ook hier de redenering, als je niet te veel duiven houdt is deze kost ook zeer miniem. Andere sporten die ze beoefend hebben waren veel duurder alles samen genomen, Ines heeft nog gevolleybald, Kurt gefietst, Thomas gevoetbald,…de lidgelden waren steeds vele malen duurder. Van Thomas mag het lidgeld zelfs verhogen, wel op voorwaarde dat dit geld gebruikt wordt om de jeugdwerking te steunen. Daarvoor zouden ze trouwens allemaal wel wat meer willen betalen. 
Trouwens geef ik nog heel graag een kleine anekdote mee van Thomas zijn kindertijd (één van de velen): als kind wou hij enkel op het ‘potje’ gaan als hij een duivenkorfje mocht vasthouden anders niet, vanalles geprobeerd maar enkel de duiven hebben meegeholpen in zijn stappen naar volwassenheid, om maar te zeggen hoe diep de duiven geworteld kunnen zitten. 
Het is ook een echte passie, het is ook moeilijk uit te leggen hoe het voelt als je op zaterdag of zondag je eigen duiven van een vlucht ziet thuiskomen. Als je dan eens vrienden kan overtuigen om eens te komen kijken vinden ze dit ook wel allemaal geweldig hoe ze als kogeltjes naar beneden komen en hun hok opzoeken, pure spanning, puur plezier, echt kicken na al de inspanningen die je er de ganse week voor gedaan hebt. Het blijft echter moeilijk om het ganse systeem uitgelegd te krijgen aan buitenstaanders. Eens ze mee zijn met het verhaal lukt het wel om met buitenstaanders over duiven te praten en interesse aan te wakkeren. Pascal bevestigt dit ook en hij vindt het enorm belangrijk om ‘het woord’ naar buiten te brengen, over de duivensport te praten, zoveel mogelijk en via verschillende platformen. Wel met 1 grote kanttekening : hou het sportief, hou het opbouwend, zet de duivensport enkel positief in de belangstelling, dit is oh zo belangrijk!
Het is ook zo dat als je als 15 tot 20-jarige geen hulp krijgt van een volwassen duivenmelker het gewoonweg niet gaat. Ook de betrokkenheid in de werking van de club is voor allen een belangrijk gegeven, ze helpen allemaal in een club en doen dit ook zeer graag. Het jammere is een beetje dat er eigenlijk niet echt rekening wordt gehouden met hen, ze zijn goed om te helpen maar nieuwe ideeën of vragen waarom dit of dat wordt vrij snel van tafel geveegd. 

Het spel

In eerste instantie wordt er lichtjes ja geknikt wanneer de vraag komt of zij tevreden zijn met hoe het nu gaat binnen hun eigen discipline maar als er doorgevraagd wordt komen de meningen toch naar boven, weeral een voorbeeld dat deze generatie niet gewoon is om gehoord te worden, echt gehoord. De meesten spelen op de snelheid, gewoonweg omdat dit makkelijker is en het minste tijd in beslag neemt. Ines heeft wel de stap gezet naar de fond en de grote fond maar geeft toe dat dit helemaal niet makkelijk is. Het spel op de snelheid is zeer streekgebonden, voegt Thomas hieraan toe. In zijn regio zijn er bv. minder problemen dan in de regio van Kurt en Jolien, gewoonweg omdat er in zijn regio nog heel veel duivenmelkers zijn die op de snelheid spelen. In de regio van Jolien en Kurt zijn er heel veel kleine lokaaltjes waar de vervoersmaatschappij soms moet langs gaan voor 2 manden en dan verder rijden om nog eens 4 manden op te halen, bij hen wordt er dan ook gepleit om naar 1 snelheidsvlucht te gaan. Pascal Bodegien heeft geen weet van deze lokale voorstellen en beslissingen, hij kan hier nationaal ook niets aan doen, maar geeft wel te weten dat hij hier pertinent tegen is. En ik denk dat hij zeker niet de enige is. Hij zou bij wijze van spreken liever kleinere lokalen sluiten dan vluchten te moeten af te gelasten. Zijn droom is ook om hier in zijn regio 1 groot lokaal te maken in Westerlo waar iedereen moet komen inkorven van snelheid tot grote fond (iedereen van Geel, Bergom, Winkelhomheide, Zittaart, …) zodat ze bij wijze van spreken moeten staan aanschuiven van aan de andere kant van de straat. Dit vooral ook om de duivensport wat meer cachet te geven, als de mensen dit zien dan vragen ze zich af ‘wat is er hier aan de hand?’ Wel, ze zijn duiven aan het inkorven voor de vluchten van het komende weekend. Dat is publiciteit. De tijd van de lokalen waar 50 of 100 duiven ingekorfd zullen worden zal eindig zijn. Dit heeft natuurlijk ook z’n gevolgen daar er waarschijnlijk ook mensen zullen stoppen omdat het te ver rijden is om in te korven. En natuurlijk een lokaal dicht doen? ‘Gedaan is gedaan, he, dat komt nooit meer terug’.  Als je grotere lokalen hebt heb je ook meer sociale controle en dit is nodig. Ik ben heel streng voor doping en fraude. Dit dus ook om fraude tegen te gaan, zijn ervaring is dat er in die hele kleine lokalen waar ze soms maar met 3 of 5 liefhebbers zitten er ook meer mogelijkheden zijn om te frauderen. Pascal wil dan ook het lokaal in Lanaken (waar door fraude dat aan het licht was gekomen bij de inkorving van Limoges in 2019 het betrokken lokaal gesloten werd en de betrokken liefhebber geschorst) definitief gesloten houden, op geen enkele manier zal hij ooit nog toestaan dat dit lokaal nog opengaat omdat er vermoedens zijn dat er meerdere mensen bij betrokken waren. Het moet ook als voorbeeld fungeren, mensen praten hier nu ook meer over, zijn voorzichtiger geworden en zien dat er actie komt als er iets niets pluis is. Hij is hier zeer duidelijk over en zal hier ook zeer streng tegen blijven optreden. Voor Thomas ligt het sluiten van de lokalen een beetje anders want hij zit in een streek waar er nog wel veel ambiance is om duiven in te korven en waar je tijdens een midweekkamp moet aanschuiven om in te korven en na het inkorven er al gesproken wordt, wie doet er de volgende keer mee? Kunnen we meerijden? Dit is heel leuk, maar natuurlijk zeer streekgebonden en misschien moet dit dan ook regio per regio bekeken worden. Maar voor alles een oplossing, we moeten de oplossing enkel willen vinden en zien.

Wel of geen portduiven meegeven op de wedstrijden? Het geluid dat ik hier hoor is dat het in de weekends wedstrijden zijn en er dus geen portduiven mogen meegegeven worden. Ze begrijpen ook wel dat er veel fond spelers dit doen om hun duiven te leren maar het is toch niet zo dat ze deze dan niet moeten pakken. Soms gebeurt het ook wel eens dat als een liefhebber z’n duiven slecht pakt gewoonweg z’n klok niet binnen brengt of wel laat afprinten en dan vraagt om niet bij op de uitslag te staan en dan de week erop het erbij te zetten als niemand meer naar die uitslag kijkt. Pascal pikt hierop in door onmiddellijk te stellen dat dit in de reglementen staat, je bent verplicht je klok binnen te brengen en het kan niet zijn dat indien er een liefhebber is die zijn ‘slechte’ uitslag liever niet ziet staan dit dan ook laat verwijderen. Pascal stelt ook dat de voorzitter voor het lokaal hiervoor verantwoordelijk is en bijgevolg ook verantwoordelijk kan worden gesteld hiervoor en daarvoor maar beter nadenkt vooraleer hij dit toe laat. Als een voorzitter van een lokaal hiermee gepakt wordt is het gewoonweg gedaan voor die man. Ook een ander pijnlijk item dat regelmatig gebeurt maar niemand wil zeggen wie en wanneer is dat er liefhebbers zijn die inkorfmanden komen halen in het lokaal en dan als laatste komen inkorven om zo hun duiven samen in 1 mand nog snel mee op de vrachtwagen kunnen krijgen. Schaf die portduiven af en dan kan dit al niet meer gebeuren. Pascal z’n haren gaan hier echt recht van omhoog ‘regels zijn regels en gelden voor iedereen’. Onze gesprekspartners zijn het hier volmondig mee eens maar zij durven hun mond niet opentrekken en laten het dus ook gebeuren. Zij vinden het helemaal niet erg om eens een slechte uitslag te hebben, dat is toch maar normaal, de ene week is de andere niet en iedereen ligt wel eens slecht of heeft de wind niet in zijn richting. En om terug even op de port duiven te komen, ze stellen dat er door de week opleervluchten genoeg zijn waar je de duiven voor port kan meegeven, Ines, de enige fond speler in de groep pakt altijd haar duiven op eender welke vlucht en zal ze nooit voor port meegeven. Kurt vindt dit ook geen eerlijk systeem want op de snelheidsvluchten mag je ze wel voor port meegeven en op de halve fond vluchten dan weer niet. 
Het voorstel om de jonge duiven wel als port mogen mee te geven en de oude niet stuit zeker tegen de borst. Ze geven het voorbeeld aan van iemand in hun lokaal die 3 duiven zette en hier zwaar op poelde maar in totaal 20 duiven meehad, dus 13 voor port. 

Het puntensysteem dat ze in Nederland hanteren vinden ze ook maar niets, het gaat niet om de punten. Er is niets mooier voor hen als duivenmelker om je eerstgetekende te kunnen pakken en hier kampioenschappen mee te winnen welk door het puntensysteem in Nederland niet zo belangrijk is. Beperking van duiven inkorven of beperken van aantal prijzen per liefhebber wordt ook niet op veel enthousiasme onthaald. Ze spelen wel graag tegen de ‘grote’ hokken, echt voor het plezier om er bovenaan tussen te staan met hun paar duifjes. 
Hiermee zijn we natuurlijk ook bij de discussie dat soms snelheidspelers zich moeten gaan uitspreken over het fond spel en omgekeerd. Pascal wil niet dat de ene zich met het spel van de ander gaat ‘moeien’, met de woorden :’Schoenmaker blijf bij je leest’ wil hij dit aangeven. En dit zou zo moeten zijn met alle beslissingen die lokaal, provinciaal en nationaal genomen worden.

Lossingen, ze opperen hier om terug naar het systeem te gaan dat er rond de jaren 2000 was namelijk met variërende losplaatsen. Pascal vond dit ook wel een goed systeem maar zegt dat het moeilijker en moeilijker wordt om te mogen lossen in Frankrijk, vroeger mocht je bij wijze van spreken op eender welke parking gaan staan, tijden zijn veranderd en er zijn nog maar zeer weinig plaatsen waar je mag lossen. Thomas heeft ook een beetje schrik van verandering want het verleden leerde hem al dat als men iets ‘afneemt’ of ‘wijzigt’ al is het maar als test, dit nadien nooit meer terugkomt. Pascal antwoordt hierop dat dit dan niet meer mag voorvallen en als ze iets beslissen en zien dat het oude toch beter was dat dit zeker moet terugkomen. 

Wat er ook als helemaal niet eerlijk beschouwd wordt door dit kleine groepje enthousiastelingen is dat er een bepaalde regio is waar ze kunnen kiezen of ze Quièvrain/Noyon of Momignies/Soissons spelen. Deze spelers hebben beduidend meer voordeel als de anderen want als ze slecht weer geven op zaterdag, geven ze hun duiven gewoon mee op zondag of omgekeerd. Dit zou niet mogen, er zou moeten gekozen worden in het begin van het seizoen. Ook zoals het kunnen kiezen in welk lokaal ze willen meespelen, heel dikwijls afhankelijk van de windrichting. Er zijn heel veel spelers die deze mogelijkheden gewoonweg niet hebben dus vinden ze dit ook spelvervalsing. Pascal zelf denkt er momenteel over na om de provinciale grenzen sportief af te schaffen om zo toch meer tot een eerlijk spel te komen. 

Wat ze allemaal wel super vinden aan het spel in België is dat ze zoveel keuze hebben in disciplines en vluchten. Je kan kiezen wat je speelt, wanneer je het speelt en dat is zeker niet overal zo het geval zoals bv. Duitsland. Ze willen wel dat de er geen onderscheid meer gemaakt moet worden tussen oude en jaarse en alles op 1 uitslag, behalve Thomas, die staat hier meer weigerachtig tegenover niettegenstaande hij ook wel denkt dat we hier naartoe zullen moeten gaan. In het lokaal bij Jolien hebben ze ondertussen alvast wel beslist om er 1 uitslag van te maken. 

De jeugdclubs en de besturen

De huidige werking van de jeugdclubs vinden ze niet echt een meerwaarde. Het is tof ‘een clubje’ te hebben en dingen onderling te organiseren maar als het op de sport zelf aankomt dan ontbreekt hier toch veel. Zoals bv. het veelvoorkomend probleem dat er mensen zijn die hun kinderen inschrijven om bij de jeugd prijzen komen weg te halen terwijl het kind in kwestie amper een duif van dichtbij heeft gezien, laat staan enthousiast is over de duivensport. Ze komen dan wel trots prijken met hun jeugdbeker. Pascal heeft ook al initiatieven genomen en de jeugdclubs uitgenodigd naar Halle zelfs pizza’s besteld om de jeugdleden te verwelkomen maar was verbaasd toen hij zag wie daar kwam opdagen, hij had mensen verwacht zoals waar we nu mee rond de tafel zitten en zelfs jonger, de opgedagenen hadden een gemiddelde leeftijd van 70 jaar!? ‘Niks persoonlijk tegen deze mensen voor alle duidelijkheid maar waar zit die jeugd waar ik op zat te wachten’ vraagt hij zich nog steeds enorm verbaasd af. Jolien pleit voor een betere samenwerking met de ‘volwassen’ besturen, nog wel een aparte club maar toch ook een jeugd lid dat provinciaal en nationaal kan verkozen worden en dit enkel en alleen door jeugdleden, jeugdleden zouden dan 2 stemmen krijgen, eentje voor het jeugdlid en eentje voor het gewone bestuur. Zodat er in de provinciale besturen en in het nationaal bestuur ook steeds een jeugdlid aanwezig is en zijn/haar zeg kan doen, input geven, voorstellen doen maar ook feedback geven aan de ‘achterban’. Ines bevestigt dat zij het makkelijker zou vinden om haar mening te geven aan bv. Thomas dan aan een ‘volwassen’ bestuurslid, deze zou dan de bedenkingen, vragen, …kunnen doorspelen tijdens de vergaderingen. 

Nationaal vanuit de KBDB is er ondertussen al beslist dat bij een nationale vlucht de eerste jeugdwinnaar ook nationaal jeugdwinnaar van deze vlucht zal worden en hiervoor ook tijdens de nationale dagen gehuldigd zal worden. Heel mooi, vindt ook Kurt, maar wat dan met de HAFO en Snelheid? ‘Kurt, Rome is ook niet op 1 dag gebouwd.’ Pascal denkt hier verder over na en vraagt dat indien zij zelf hier ideeën rondom hebben deze zeker mogen doorsturen. Eén piste zou al kunnen zijn om een jeugdspeler 1 duif te laten aanduiden en met de 4 beste prijzen van die duif op de snelheid dan nationaal jeugdkampioen snelheid laten worden.

De werking rond een peter/meter is ook iets dat ze vinden dat verder moet uitgediept worden. Iemand die de nieuwe jeugdleden begeleidt op alle gebied, zelfs waar je welk eten kan kopen, wanneer dit te geven. Advies bij de kweek, opleren, het zetten van duiven…Nu gebeurt dit ook al wel maar ze merken wel dat van zodra ze beter beginnen te spelen en mee op de uitslag komen het advies en de hulp wegebt. Dus misschien iemand van dezelfde leeftijd, zou nog makkelijker zijn. Zeker bij de hele oude generatie, welke vooral snelheidspelers zijn, daar valt niets van advies te rapen. Ze zijn goed genoeg om te helpen in de club maar anders worden ze ‘weggejaagd’, nu natuurlijk niet meer zo maar hebben dit zeker als kind ervaren. Ines pleit echt voor verandering maar krijgt voorlopig geen gehoor niettegenstaande ze zelf toegeeft nogal stil te zijn en haar mening liever voor zichzelf houdt. Of zoals Jolien het zei: ‘Als ik tijdens een vergadering eens iets zeg of een opmerking geef, krijg ik meteen een antwoord in de trend van ‘het is altijd zo geweest dus we gaan dat niet veranderen’ zonder dit te onderbouwen. En dan geef ik het maar op en schrijf ik in stilte verder….zegt ze.

Discuterend over veranderingen en beslissingen komt de opmerking dat ze het bv. niet vinden kunnen dat je half november al je lidgeld moet betalen en hierdoor automatisch je akkoord geeft met alle plannen voor het komende seizoen terwijl er nooit al iets vastligt half november. Hoe komt dit Pascal? Hij weet dat er hier een probleem zit en vermits hij nog maar een jaar de functie bekleedt (zonder dit als excuus te gebruiken) hier nog niet helemaal is kunnen induiken. Wat hij ziet is dat de mensen in Halle steeds zeer druk bezig zijn met vanalles en nog wat…Luisterend naar zijn verhaal komt bij mij de vraag op of er wel voldoende gestructureerd gewerkt wordt in Halle? Hebben de mensen daar alle nodige middelen om een bedrijf te laten draaien? Is er nood aan administratieve vereenvoudiging? Er zijn al heel wat dingen veranderd met het nieuwe bestuur, hun eerste zorg is/was om de KBDB financieel terug gezond te maken en daar lijken ze alvast in te slagen door een aantal belangrijke beslissingen te nemen. Bv. het veranderen van Wprol naar Bricon waarmee maar liefst 100,000€ op jaarbasis mee kan uitgespaard worden of de gelden die richting de FCI stromen zonder dat er iets voor terugkomt een halt toe te roepen, … Ze zijn momenteel met zoveel dingen tegelijk bezig en alles is belangrijk en heeft prioriteit maar zoals hierboven als eens aangegeven is Rome niet op 1 dag gebouwd. Pascal hoopt dan ook dat hij tijd genoeg krijgt met z’n team om alles te structuren. Er wordt ook aan gewerkt om de nationale vlucht kalender voor 5 jaar te bevriezen vanaf volgend jaar zodat dit duidelijk is voor iedereen, er beter kan onderhandeld worden met de vervoersmaatschappijen, vergunningen voor de losplaatsen enzovoort…en dat er niet bij een ‘machtswissel’ zomaar in eigen belang kan aan geraakt worden. Hij vindt ook wel dat er misschien een CEO aangesteld moet worden die de dagdagelijkse leiding in handen neemt. Waarom ook niet? De KBDB is nu eenmaal een bedrijf dat moet draaien. Hier rond de tafel voelen ze ondertussen ook wel dat er iets aan het veranderen is en juichen dit alleen maar toe.

Vragen rondje

Daar ik toch door heb dat de ene de andere niet is met andere woorden dat de ene iets stiller is dan de andere en niet zo snel het woord zal nemen geef ik ze nog graag even de mogelijkheid om hun vragen, bedenkingen mee te geven. We beginnen met Ines. Zij vraagt zich af waarom zij, nu ze 5km verder is gaan wonen, niet meer mag gaan inkorven voor de HAFO in hetzelfde lokaal? Ze mag voor de snelheid en fond inkorven in Oud-Turnhout maar niet voor de halve fond.  Pascal antwoordt hierop dat dit inderdaad lokale beslissingen zijn die meer dan eens voorkomen maar waar ze nationaal niets aan kunnen doen tenzij de statuten veranderd worden. Misschien dan toch ook eens tijd om deze statuten grondig te herbekijken en hier en daar te wijzigen? Zo draait het gesprek ook naar de kampioenschappen, het kan toch niet zijn dat er in Wallonië 16 dubbelingen (waarbij Pascal meteen corrigeert om te zeggen dat dit ondertussen 18 (!!!) dubbelingen geworden zijn) zijn die kunnen meetellen, niet moeilijk dat er zoveel Waalse nationaal kampioenen zijn terwijl zij beduidend in de minderheid zijn wat leden betreft. Dingen die dringend moeten veranderen en eerlijker moeten gemaakt worden ! Wat de werking in haar eigen club betreft (Fondlokaal Oud-Turnhout) is Ines meer dan tevreden, ze beseft dat ze in goed werkende club zit met veel enthousiaste helpers en dat dit zeker niet overal het geval is.

Kurt heeft ook geen problemen met de werking in zijn club wel met de werking daarentegen van omringende lokalen die bepalen hoe het allemaal moet lopen. Hij vindt trouwens ook dat de voorzitters van de overkoepelingen meer inspraak moeten hebben en dit vooral op de snelheid. Ook hier weer het inkorf verhaal, hij is ook sterk van mening dat je niet zomaar in alle lokalen mag gaan inkorven. Het draait om de duif, iedereen ligt weleens slecht, voor iedereen staat de wind weleens fout. Maar als je het over het ganse jaar bekijkt heeft iedereen evenveel kansen. Hij zegt ook wel dat hij veel meer hoort van de KBDB en de veranderingen en voelt zich bij deze ook meer gehoord welke een positieve wind (uit welke richting deze ook komt ?) geeft en hem enthousiast maakt. 

Jolien vertelt bij dit vragen rondje het verhaal dat toen ze eens in Brasschaat ging inkorven op woensdag er een liefhebber was die met 100 duiven kwam en 80 prijzen wegkaapte, de week erop mocht deze liefhebber niet meer komen inkorven in Brasschaat. Zoiets gaat haar petje te boven. Waarom niet? Je zou als inrichter blij moeten zijn dat er iemand komt met zoveel duiven en als je dan zelf met je 2 duifjes de 4de prijs pakt tussen die 80 van deze liefhebber ben ik eens zo trots. Ze beseffen ook wel dat duiven kladvliegers zijn en er ook wel nadelen zijn aan deze massa inkorvingen maar geeft hier het advies: waarom niet? Overdrijf gewoon niet. Zo zie je maar weer dat deze generatie duivenliefhebbers klaarblijkelijk veel verdraagzamer zijn dan veel oudere generaties, zonder natuurlijk de meute duivenliefhebbers over 1 kam te willen scheren.

Door tijdgebrek is Thomas niet meer aan het woord gekomen tijdens dit vragenrondje maar ik kan jullie verzekeren dat hij zeker en vast genoeg input gegeven heeft tijdens de ganse sessie. Het is dan  ook jammer dat we na een sessie van 2 uur moeten stoppen want we waren nog bijlange niet uitgepraat. Ik hoop dan ook van harte dat deze gesprekken worden verdergezet in de lokalen en besturen.

Eindconclusie

Ik had er 4 uitgekozen, mensen uit ‘mijn streek’, mensen die ik reeds kende. Want ik kan de commentaren hieromtrent nu al horen : ‘Waarom mensen uit de provincie Antwerpen? De voorzitter trekt die streek wel voor, niet?’ Niet van dit alles dus. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er over gans België veel gelijkgezinden te vinden zijn, jonge duivenliefhebbers, gemotiveerd, geëngageerd, vol goede moed én met een mening én met ook al heel wat ervaring. Laten we deze dan ook meer horen, meer inspraak laten hebben, veeg hun voorstellen niet zomaar van tafel en vooral niet met de woorden ‘maar het is altijd zo geweest’. De wereld gaat snel, sneller dan ooit tevoren, daarom ook nood aan verandering. Schuif het niet op de lange baan, onderneem actie, denk aan het ‘algemeen goed’ wat onze duivensport is, laadt het niet doodbloeden door koppigheid, jaloezie, eigenbelang, …

Nederig en respectvol wil ik deze 4 en hun leeftijdsgenoten bedanken voor hun inzet en volharding en wens hen dan ook het allerbeste binnen de duivensport, op mijn steun mogen ze in ieder geval altijd rekenen en ik hoop van harte dat dit ook het geval is bij de ‘oude garde’. En wil ik nog een laatste raad meegeven aan de jeugd : ’Bestuur mee ! Neem mee beslissingen ! Laat van je horen !‘

Natuurlijk ook mijn oprechte dank aan onze nationale voorzitter Pascal Bodegien die weer maar eens belangeloos 2 uur van zijn tijd aan ons heeft gegeven om een luisterend oor te zijn en adviserende steun te geven. Ik kan er persoonlijk nog altijd niet van over dat Pascal in 2019 niet minder dan 87 onbetaalde verlofdagen heeft genomen op z’n werk enkel en alleen voor ons, want dat is het, he, hij doet dat voor ons duivenliefhebbers allemaal, vergeet dat niet. Zou iemand van jullie dat doen? ! Chapeau Monsieur le Président, gij zijt goe bezig !

Liesbeth

Duivenliefhebber n°1 : Ines Stessens – 26 jaar – Woonplaats : Retie

Woonplaats: Ik ben vorig jaar alleen gaan wonen in Retie, maar de vliegduiven zitten nog in Arendonk op het adres van mijn ouders. In november heb ik in Retie een kweekhok laten zetten, dus de jongen worden gekweekt bij mij en verhuizen dan naar Arendonk, (naar hun vlieghok). 

1. Hoe lang speel je al met de duiven/door wie ben je hiermee in contact gekomen? 

De duivensport zit bij ons in de familie dus ik heb dit eigenlijk met de paplepel meegekregen. Als klein meisje ging ik regelmatig mee kijken naar de duiven op het hok van mijn vader. Ook mijn grootvader heeft duiven gehad maar hem heb ik jammer genoeg niet gekend. De interesse groeide met de jaren en in 2009 heb ik dan mijn eerste hokje gekregen op het hok van mijn vader. Hij kweekte een aantal jongen en van een bevriende liefhebber uit het dorp hier kreeg ik dan een aantal late jongen die met de kermis in augustus (vrij kermis) werden opgeleerd. In drie dagen ging het dan van Heist-op-den-berg naar Vilvoorde en dan naar Quiévrain. Omdat mijn ouders zagen dat het geen bevlieging was van 1 jaar heb ik in 2011 mijn eigen hok gekregen, waarop ik nog steeds speel. 

2. Hoe lang speel je al alleen of in tandem met de duiven. 

Sinds 2009 speel ik zelfstandig. Tijdens de schoolweken nam mijn vader ‘s morgens de verzorging van de duiven voor zijn rekening. Ik verzorgde de duiven dan na school en in het weekend en de vakanties. In 2019 ben ik alleen gaan wonen naar Retie en hier heb ik sinds november een kweekhok. De jongen die hier worden gekweekt verhuizen dan naar hun vlieghok in Arendonk. 

Tijdens de wintermaanden kom ik enkel in het weekend op het vlieghok aangezien het dan al donker is als ik van het werk kom. Ik werk namelijk voltijds en ben van half 8 ’s morgens tot 17 u ’s avonds weg van huis. Gelukkig kan ik dan op de hulp van mijn vader rekenen die de verzorging van de vliegduiven voor zijn rekening neemt. De kwekers verzorg ik zelf voordat ik ga werken en ’s avonds. 

Vanaf dat het terug iets langer licht is, rijd ik dagelijks naar Arendonk om de vliegduiven te laten trainen. Zowel de duivinnen als doffers komen enkel ’s avonds los. Voor de jongen kan ik dan weer rekenen op de hulp van mijn vader die ze doorheen de dag loslaat. 

3. Welke discipline (welke afstanden en met doffers/duivinnen/oude/jongen of alles) speel je en waarom? 

Ik ben begonnen met enkel snelheid (voornamelijk Quiévrain) te spelen. Zo’n 2 à 3 jaar speelde ik enkel de snelheidsvluchten, maar vanaf dat ik mijn eigen hok had wou ik mijn duiven ook eens testen op de verdere vluchten. Het snelheidsspel is een mooi spel, maar het is te snel gedaan voor mij. De interesse begon te verschuiven naar de grote halve fond. Er kwam meer fond soort op de hokken met duiven van Louis Meulemans en Bart & Nance Van Oeckel en mijn 2 beste snelheidsduiven werden op de kweek gezet. De anderen werden mee doorgegeven naar de nationaals. 

Uit een koppel dat puur snelheidssoort is kweekte ik een duivin (6110989/14) die in 2016 de 3e zonaal vloog op Châteauroux van 2030 duiven en de 44e zonaal van 3188 duiven op Argenton.

Vanaf het seizoen 2017 heb ik dan besloten om me meer te gaan toeleggen op de grote halve fond. Uit hetzelfde koppel waar 6110989/14 uit kwam, kweekte ik opnieuw een duifje dat zich mooi liet opmerken met een 3e provinciaal van 2823 duiven op Vierzon in 2018 en in 2019 een 8e provinciaal van 463 op Blois. Deze duivin zit nu ook nog in de vliegploeg van 2020. 

Tot vorig jaar heb ik het totaal weduwschap gespeeld. Zowel de duivinnen als doffers gingen mee naar een nationale of provinciale vlucht. Omdat ik merkte dat de motivatie niet altijd goed zat aangezien duiven thuis kwamen en geen partner hadden, ga ik het in 2020 anders proberen aanpakken. Ik ben er nog niet helemaal uit hoe, maar denk eraan om te starten met de duivinnen waarvan hun partners thuis blijven. Deze doffers worden dan later ingezet om het tweede deel van het vluchtseizoen aan te vatten. 

Met de jonge duiven is het de bedoeling om de eerste en 2e ronde minstens 2 nationale vluchten te laten doen. De Jongen van de derde ronde gaan we proberen een paar keer Noyon te laten doen of misschien een kleine halve fondvlucht. 

4. Hoeveel duiven heb je? 

Kwekers
Op dit moment zitten er 47 kwekers bij mij in Retie. Het kweekhok bestaat uit 6 hokken van 6 koppels, maar deze zijn niet allemaal in gebruik. Er zitten momenteel 32 koppels op het nieuwe hok en nog eens 15 koppels in kweekboxen. De 32 koppels mogen zelf hun partner kiezen. De 15 koppels in de kweekboxen worden samengesteld op basis van uitslagen of stambomen. Na het seizoen vorig jaar is er een selectie geweest in de kweekkoppels en dit zal na het seizoen 2020 nog eens het geval zijn. Bedoeling is om uiteindelijk een 30tal kweekkoppels te hebben. 

Oude/jaarse
De vliegploeg voor 2020 bestaat uit: 

- 19 duivinnen (10 oude en 9 jaarse) 
- 21 doffers (6 oude en 15 jaarse) 

Alle jonge duiven die er na het seizoen in 2019 nog zaten (21 stuks) zijn mogen blijven omdat de verliezen heel groot waren. Ik weet dan ook niet goed wat de verwachten van de jaarlingen aangezien maar 6 jongen een provinciale en nationale vlucht hebben gedaan. De overige jongen zijn enkel opgeleerd tot Quiévrain omdat ze niet verduisterd konden worden en dus sneller door hun pluimen zaten. 

Jongen

Voor 2020 zullen er 150 jongen worden gekweekt in drie rondes. De eerste en 2de ronde zullen telkens 60 jongen zijn. De 3e ronde zal een 30tal jongen bevatten.

De kwekers zijn half december gekoppeld en de koppels zullen 2 rondes grootbrengen. Daarna worden er in de kweekboxen 15 nieuwe koppels samengesteld voor de 3e ronde. Deze zullen waarschijnlijk geen nationaal meer kunnen vliegen maar ik hoop ze nog wel een aantal keer Noyon (250km) of misschien een kleine halve fond vlucht te laten vliegen. 

5. Ben je betrokken bij de werking van een club? 
Zo ja, als wat en bij welke club. En zo niet, zou je dit willen en waarom wel of waarom niet? 

In ben in 2 clubs betrokken als uitmaakster. Zowel in Arendonk (vitesse lokaal) als in Oud-Turnhout (fond) doe ik een aantal administratieve taken. In Arendonk verwerk ik voornamelijk de poelbrieven en bestatigingen. In Oud-Turnhout komen daar nog een aantal zaken bij. Naast de poelbrieven en bestatigingen verwerken, maak ik ook mee de programmaboekjes voor het vliegseizoen en de kampioenendag. Tijdens onze bekende ‘Nacht van de Turnhoutse Fondvrienden’ help ik ook mee met de bonnenverkoop. Gelukkig hebben we in ons lokaal leden die zich vrijwillig inzetten om mee een handje te helpen bij bijvoorbeeld het afslaan van de klokken, het controleren van de bestatigingen, het openen van de manuele klokken,.. In het volle van het seizoen ben ik 6 van de 7 dagen in het lokaal te vinden. Ofwel om zelf in te korven, ofwel om mee te helpen. Het zijn dan ook drukke dagen. Voltijds werken, je eigen duiven verzorgen en mee helpen in de club. Gelukkig zijn er een aantal mensen waar ik steeds op kan rekenen en zij zorgen er mee voor dat de combinatie werk-duiven plezant blijft. Het belangrijkste aan deze mooie hobby is namelijk om zelf te kunnen genieten van je eigen duifjes.

Duivenliefhebber n°2 : Thomas Verhagen – 30 jaar – Woonplaats : Ravels

1. Hoe lang speel je al met de duiven/door wie ben je hiermee in contact gekomen?

Ik heb mijn eerste hoklijst binnengebracht eind 2005 voor in 2006 met duiven te spelen. Ik ben in contact gekomen met duiven dankzij mijn grootvader. Sinds de geboorte altijd met dieren in contact gekomen. In 1995 zijn mijn ouders gescheiden, mijn moeder heeft toen veel jobs uitgevoerd waardoor ik heel veel tijd bij mijn grootouders heb doorgebracht. Waardoor ik als kind al meeliep op het duivenhok, duiven mee ben gaan oplaten. Mee naar het duivenlokaal gaan, namen zoeken op de uitslag, duivenadministratie bijhouden. In 2005 is mijn grootvader goed ziek geweest waardoor ik toen heel veel van de duiven verzorgd heb samen met mijn moeder en zo is in 2006 het voor mij begonnen.

2. Hoe lang speel je al alleen of in tandem met de duiven?

Sinds 2006 samen met mijn grootvader maar op mijn naam. De duivenhokken hebben altijd bij mijn moeder thuis in de tuin gestaan (grootouders woonden 1 straat verder). Mijn grootvader zorgde dat de duiven loskwamen en riep deze binnen. 's morgens de hokken kuisen en 's avonds de duiven voederen toen ik nog naar school ging. Ook de duiven oplaten, duiveneten halen, administratie,... kwam op mijn schouders terecht. In 2013 is mijn grootvader overleden en heb ik het een aantal jaren helemaal alleen gedaan. In 2018 heb ik een duivenhok laten plaatsen op de locatie waar ik nu woon. Het jaar 2018 werd een overgangsjaar waarin ik ook veel hulp heb gekregen van mijn vriendin Tessa om de duiven te verzorgen. Voor 2019 heeft mijn goede vriend Ivo Heyns besloten om mijn jonge duiven in het begin van het jaar elke dag los te komen laten en binnenroepen. Dit omdat het voor mij zelf niet mogelijk is om jonge duiven los te laten door mijn werk. Ik vertrek elke dag omstreeks 07.15 en kom aan rond 17.30.

3. Welke discipline (welke afstanden en met doffers/duivinnen/oude/jongen of alles) speel je en waarom?

Ik speel voornamelijk de snelheidsvluchten Quievrain + Noyon met af en toe enkele jonge duiven die ik meegeef op kleine halve fond en de nationale vluchten (lees 2 a 3 jonge duiven). Ook probeer ik in het volle seizoen door de week ook enkele vluchten mee te pakken. Ik speel in de weekend de weduwnaars. Ik heb ook enkele oudere duivinnen die ik op nest speel tussen de jonge duiven deze moeten in het weekend mee en ook de mid-weekvluchten vliegen. Elke discipline lijkt me prachtig en iedereen moet respect hebben voor elkaars spel. Dat wil ook zeggen dat iedereen een beetje meer moeite mag doen voor ieders spel te ondersteunen en te motiveren.Voorbeeld hiervan, in het weekend geen portduiven toelaten op GEEN enkele vlucht! In het weekend speel je met de duiven, ook al is het een snelheidsvlucht meegeven is pakken en klok binnenbrengen. We willen de duivensport terug leven inblazen. Hoe doen we dit? Niet door afgunst te hebben op elkaar omdat die ene liefhebber grote fond speelt en geen prijs kan pakken op de korte vluchten. Als iedereen zijn duiven moet inkorven en klok moet binnenbrengen is er terug meer verbroedering tussen de liefhebbers omdat ze toch terug met elkaar in contact moeten komen.

4. Hoeveel duiven heb je?

- Kwekers: 25 koppels (normaal 15 koppels maar door de verhuis en enkele tegenslagen zijn het er enkele koppels meer. Dit gaat de komende jaren teruggedrongen worden naar 15 koppels.

- Oude/Jaarse: 15 weduwnaars en 5 duivinnen voor op nest te spelen.

- Jongen: +- 50 jonge duiven uit de kwekers. 2de ronde wordt uit kwekers en weduwnaars gekweekt, deze worden als bon gegeven en enkele liefhebbers te helpen met problemen met de kweek of jonge liefhebbers proberen te helpen.

5. Ben je betrokken bij de werking van een club?
Zo ja, als wat en bij welke club. En zo niet, zou je dit willen en waarom wel of waarom niet?

Ik ben momenteel betrokken bij een 2-tal clubs. Dit in combinatie om met duiven te spelen en mijn werk is meer niet mogelijk.

* Recht Voor Allen – Ravels:

Hier ben ik mede bestuurslid en verantwoordelijk voor alles met de ITinfrastructuur. Ik ben mede verantwoordelijk voor het koppelen van de duiven, ook het ingeven van de poelage en bestatigingen is mijn taak.

* KBDB - Jeugdclub Antwerpen

In deze club proberen we jonge en beginnende liefhebbers mee te helpen/ ondersteunen. Als deze liefhebbers vragen hebben over hoe ze met duiven moeten spelen en hoe ze duiven moeten verzorgen, motiveren, voederen proberen we hen zo goed mogelijk te helpen. Ook proberen we hen door onze contacten te helpen. Door ze door te sturen naar een goede dierenarts die dat voor jonge leden ook betere prijzen en begeleiding geeft. Maar ook om hen te helpen met het insturen van de kampioenschappen voor nationale of provinciale kampioenschappen.

Duivenliefhebber n°3 : Jolien Cools – 24 jaar – Woonplaats : Loenhout 

1. Hoe lang speel je al met de duiven/door wie ben je hiermee in contact gekomen?

Eind 2011 hebben ze ons hok komen plaatsen en begin 2012 heb ik mijn eerste duiven gekweekt en gespeeld. Ik ben met de duiven in contact gekomen door mijn vriend Kurt Michielsen die reeds duivenmelker was. Door hem ben ik thuis zelf met de duiven beginnen spelen en heb op mijn beurt mijn papa, Hugo Cools, met het duivenvirus besmet. Na dat ik een weekend bij Kurt was blijven slapen en heel het weekend mee de duifjes had verzorgd kwam ik thuis en zei ik ‘dat wil ik ook’. Ik heb wel eerst zo ergens vanachter in een kot 2 duifjes moeten verzorgen en alles voor doen vooraleer ik een ‘echt’ hok kreeg. Toen mijn ouders zagen dat dit toch geen bevlieging was kwam dan toch het hok en het is nu dus zelfs zo dat onze papa hierdoor is aangestoken en zelf ook liefhebber is geworden. 

2. Hoe lang speel je al alleen of in tandem met de duiven?

Ik heb sinds 2012 tot 2019 in tandem gespeeld met mijn vader onder de naam ‘Cools Jolien & Hugo’. Nu bouw ik samen met Kurt aan onze toekomst dus heb ik even zelf geen hok meer. Ik ga dit jaar vooral bij Kurt helpen

3. Welke discipline (welke afstanden en met doffers/duivinnen/oude/jongen of alles) speel je en waarom?

Snelheid, zowel Quièvrain als Noyon, ik heb geen geduld om lang te blijven letten ? , en dit met oude en jaarse doffers en jonge duivers en duivinnen.

4. Hoeveel duiven heb je?

Momenteel dus even geen, mijn duiven verblijven momenteel zowel bij Kurt als bij mijn papa Hugo.

5. Ben je betrokken bij de werking van een club?
Zo ja, als wat en bij welke club. En zo niet, zou je dit willen en waarom wel of waarom niet?

Ik zit in het bestuur van Vooruitzicht Wuustwezel als secretaresse. Verder helpen we ook elk weekend met tappen of het inkorven van de duiven.

Duivenliefhebber n°4 : Kurt Michielsen – 25 jaar – Wuustwezel

 1. Hoe lang speel je al met de duiven/door wie ben je hiermee in contact gekomen?

Ik ben begonnen op mijn 15 jaar (in 2005). Dit door toedoen van mijn grootvaders en hun broers. Mijn grootvader langs moederskant woonde schuin achter ons. Elke dag ging ik bij hem op bezoek om over duiven te praten.

2. Hoe lang speel je al alleen of in tandem met de duiven?

Ik heb van 2005 tot 2018 in tandem gespeelt met mijn grootvader. Hij is spijtig genoeg overleden einde 2018 waardoor ik sinds 2019 alleen speel. Maar ga nu dus vanaf dit jaar hulp krijgen van mijn vriendin, Jolien Cools.

3. Welke discipline (welke afstanden en met doffers/duivinnen/oude/jongen of alles) speel je en waarom?

Snelheid en kleine halve fond. Vanaf dit jaar ga ik dit beperken tot snelheid wegens tijdsgebrek daar Jolien en ik ons toekomstige huis aan het verbouwen zijn, maar eigenlijk ben ik wel meer fan van de halve fond vluchten. Ik speel enkel met duivers en jonge duiven. 

4. Hoeveel duiven heb je?

- Kwekers : 15 koppels + enkele duivers en duivinnen die niet gekoppeld zijn
- Oude/Jaarse : 8
- Jonge : +- 45

5. Ben je betrokken bij de werking van een club? 
Zo ja, als wat en bij welke club. En zo niet, zou je dit willen en waarom wel of waarom niet?

Ik zit in het bestuur van Vooruitzicht Wuustwezel, ben helper daar. Ik help vooral bij het inkorven en het opendoen van de klokken.